Eclipsreis 1999


eclips 1999
Foto: Pa

10 augustus 1999

We rijden in de buurt van het Balatonmeer. Siofok ligt op de middellijn van de totaliteit en daar zou je de slagschaduw mooi over het meer kunnen zien aan komen. Echter, een dunne strook gras met een Zandvoortse hoeveelheid badgasten en richting zon nauwelijks zicht. Mede gezien de weersberichten besloten we zo ver mogelijk naar het zuidoosten van Hongarije, in de buurt van Szeged, te reizen op de dag van de eclips. Terug naar ons huisje in Velence zagen we een enorme file richting het Balatonmeer. Wat een hoop mensen! De volgende ochtend hoorden we op de radio dat er zich zo'n 2 miljoen Hongaren en buitenlandse toeristen waren afgereisd naar het Balatonmeer.

11 augustus 1999

Eclipsschijf Eclips site Eindelijk was de dag aangebroken waar ik meer dan 20 jaar naar uit heb gekeken, de totale zonsverduisteringsdag. Na een onrustige nacht, waarin ik al een fikse wind had gehoord, bleek de lucht donker en het regende. De schrik zat er goed in en zenuwen of ik het wel zou kunnen zien staken de kop op. We waren vroeg opgestaan om een verre rit te kunnen maken. Op het moment van vertrek was er al een opklaring te zien richting Balatonmeer, waar wij juist niet heen wilden. De wereldomroep had een verslaggever in Hongarije, die zich toevallig op de snelweg bevond die wij ook zouden nemen. Het regende er, maar een sprankje hoop was er, want hij wist te melden dat er opklaringen voorspeld waren. Na Boedapest boog de snelweg richting het zuidoosten. Tot onze grote schrik zag het er in het zuidoosten grauw en donker uit, terwijl een groter wordende opklaring richting het Balatonmeer te zien was. Aangezien we bij Boedapest de Donau waren overgestoken, moesten we doorrijden tot de weg afsloeg die ons naar een brug zou leiden. Op de parkeerplaats waar we de situatie bekeken stonden al vele eclipstoeristen zenuwachtig naar het weer te kijken. We besloten niet verder door te reizen naar de grijze wolkenmassa in het zuidoosten, maar terug richting de Donau. Wat een geluk, de zon begon weer te schijnen! Niet veel later bevonden we ons weer in een prachtige blauwe lucht met verder naar het westen wel weer wolken. Wat een opluchting! Hoewel ik nog wel bezorgd was over de bewolking in het westen. Ik had echter goede hoop dat deze zou oplossen tijdens de eclips. Bij de Donau zagen we een heel stel eclipstoeristen op een berg verzameld. We reden door tot vlakbij Cece, een ander plaatsje dicht bij de middellijn van de totaliteitszone. Onderweg zagen we steeds meer auto's op zijweggetjes en parkeerplaatsen, mensen met fototoestellen en brilletjes. We zijn een landweggetje opgereden en hebben daar de auto neergezet. De lucht was blauw in de wijde omtrek, maar de wolken uit het westen kwamen langzaam dichterbij. We waren behoorlijk zenuwachtig, maar ook erg blij dat het weer nu was omgeslagen. Zenuwachtig liepen we om elkaar heen. Om half twaalf was de eerste hap uit de maan. We prezen ons gelukkig, gezien de vele onheilspellende weersberichten uit de rest van de totaliteitszone. Thermometer opgesteld en verder afwachten wat er komen zou.
11.41 uur, 26 graden, 69% luchtvochtigheid.
11.50 uur, 25 graden, 77% luchtvochtigheid.
12.01 uur, 25 graden, 75% luchtvochtigheid.

Op de wereldomroep begon Radio Eclips met uitzenden, zodat we konden volgen hoe het verder in Europa ging. Tot ca. 12.30 uur, want vanaf toen wilde we de omgevingsgeluiden waarnemen. Er stak een wind op.
12.14 uur, 24 graden, 74% luchtvochtigheid.
12.26 uur, 24 graden, 75% luchtvochtigheid.

Op de radio de berichten uit Nederland waar het hoogtepunt net werd bereikt. We zagen dat het licht veranderde, het werd vreemd en koel. De zon brandde niet meer op de huid. Het leek alsof alles wat bleker werd en ik associeerde het met hoe je zicht verandert als je dreigt flauw te vallen. Schaduwen werden aan 1 kant onscherp en je zag op de schaduwrand halve maantjes (of halve zonnetjes) ontstaan. Met een camera obscura (een gaatje in een klein stukje karton) konden we de halve zon zien.
12.36 uur, 23 graden, 77% luchtvochtigheid

Het lijkt nu allemaal veel sneller te gaan. Het wegvallende licht wordt steeds duidelijker, een soort droom/spook licht blijft over. We verheffen onze stemmen om elkaar de ervaringen te vertellen. Alles wordt raar om je heen, het lijkt ook of stemmen en het overige geluid verstomd. Geen sprinkhanen meer te horen, er vliegen nog wel vogels (zwaluwen). Als je de zon afdekt met je hand, is Venus te zien.
12.45 uur, 22 graden, 81% luchtvochtigheid

Staring at the sun Schaduwen Nog 5 minuten voor de totale verduistering. In de wijde omgeving is in de lucht geen wolk meer te zien. Zoals voorspeld zijn ze voortijdig opgelost. De lucht is niet meer egaal blauw maar vlekkerig. Er zijn witte strepen te zien in de lucht die op vallende sterren lijken, maar daar zijn we niet zeker van, omdat ze tijdens de totaliteit niet te zien waren. In de richting van de slagschaduw zien we de lucht donker kleuren, het licht blijft afnemen en het wordt schemerig. Het is echt onbeschrijfelijk wat er dan gebeurt, opgewonden laten we luid horen hoe verbaasd en ook mooi we dit vinden. Dan is het bijna zover, de blikken wenden we van de zon af in de richting van de schaduw. We stonden niet hoog genoeg om deze ook daadwerkelijk op ons af te zien komen, maar ineens zijn de bomen in de verte donker en valt de duisternis over ons heen. De zon is nog net niet met het blote oog te bekijken, maar ik kijk dan ook verwonderd naar de duistere omgeving. Het is niet pikkedonker, maar wel veel donkerder dan schemering. Rondom is aan de horizon een oranje gloed te zien, de duisternis hangt echt als een groot dak boven je.
Staring at the sun Totaal De zon is zwart met een witte krans van licht. Wat me direkt opvalt, is dat de zwarte zon een kartelige rand heeft en de corona een soort ster is, met schuin naar boven en onderen punten. Rechts van de zon zie ik nu ook Mercurius staan. Het is een wonderlijke ervaring en ik voel tranen opwellen. Op het gejoel van mensen in de verte na, is het helemaal stil. Geen auto's meer op de weg, geen sprinkhanen, geen vogels. Je weet van gekkigheid niet meer waar je naar moet kijken. We feliciteren elkaar dat we dit hebben mogen meemaken en dat we op tijd de blauwe lucht hebben bereikt. Dan komt de zon bijna weer te voorschijn en staan we met de brilletjes in de aanslag. De rand wordt steeds feller en ineens is er dan de eerste zonnestraal, oogverblindend (stiekum toch even gekeken). Snel de brilletjes op en een klein dun streepje zien we steeds groter worden en de omgeving is meteen weer verlicht. Het licht is nog wel vreemd, maar het effect is onmiddelijk verdwenen. We zijn totaal verbaasd en aangeslagen van wat we gezien hebben. Iedereen, ook andere toeschouwers die alweer vertrekken, is een beetje in zichzelf gekeerd. Het gebeuren heeft grote indruk gemaakt.
12.53 uur, de totaliteit is net voorbij, 21 graden, 82% luchtvochtigheid.
13.18 uur, 22 graden, 85% luchtvochtigheid.
13.25 uur, 23 graden, 83% luchtvochtigheid.

Het schouwspel is voorbij en we genieten na, nog steeds aangeslagen van wat we gezien hebben. We besluiten tot het einde te blijven, dat om even voor 14.15 uur bereikt wordt. We hebben tijdens deze 2 en een halve uur slechts enkele flarden wolk voor de zon gehad, lang niet genoeg om deze te verduisteren. We prijzen ons gelukkig dat we naar Hongarije zijn gegaan en niet naar de andere landen in de totaliteitszone.